vrijdag 23 maart 2007

dag 2: "Blij dat onze stemmen hoorbaar zijn"


AMSTERDAM - Als gedreven boomkenner heeft Frits van Troon eindelijk even wat rust. “Ik vind Nederland wel leuk. Geen bomen en al die gebouwen”, zegt hij. We zijn op weg naar Radio Mart voor een interview. “Als ik boodschappen moet gaan doen, dan kom ik nooit meer thuis”, zegt Van Troon over het hetzelfde uitzien van de gebouwen in zijn ogen. “Maar als ik in Paramaribo ben, dan vind ik het allemaal ingewikkeld”, relativeert regisseur Hans Arends.

Bij radio Mart zijn ze een klein beetje ontstemd, want we komen tien minuten te laat binnen. De ‘gastpresentator' is Roué Hupsel. Die kent Van Troon wel, maar door een miscommunicatie is informatie over het actuele onderwerp niet bij hem aangekomen. Hupsel plukt snel alles over Van Troon van ‘Amsterdams Venster’ en ‘Waterkant’. En door zijn ervarenheid wordt het een vloeiend en informatief vraaggesprek.


Voordat de reis naar Radio Mart aanvangt, vindt er 's ochtends eerst overleg plaats in het kader van stichting Rainforest Medical, onder leiding van etno-pharmacoloog Henk van Wilgenburg (r), die verbonden is aan het AMC. Rainforest Medical is de organisator van première- en lezingendag vrijdag in het Koninklijke Instituut voor de Tropen in Amsterdam.


Van Troon vindt het belangrijk om Nederlands te praten. Omdat hij net als iedereen graag zijn vreemde talen oefent. Regisseur Arends krijgt ook een aantal vragen, waardoor er zich een interessant internationaal onderwerp ontpopt op de lokale zender.

De regie dwingt aan het eind toch af dat Van Troon zijn verhaal ook even afsteekt in Sranantongo en Saramaccaans. En weg is het beeld van een gebrekkig Nederlands pratende persoon, en hebben we te maken met een drietalige Saramaccaan die wetenschappelijk velen achter zich laat. En steeds is de boodschap: “Zonder plant ga je niet leven.”

Twee bellers. Eén wil alleen weten hoe laat de première van documentaire begint. En een mevrouw, die eerst haar radio zachter moet gaan zetten, wil weten of er ook een lezing gehouden gaat worden over de medicinale werking van planten. Meer niet. Maar er is ook bijna een uur gevuld. Er viel niets meer te vragen,





Roué Hupsel








“Ik ben blij dat veel luisteraars onze stemmen hebben gehoord en dat ze nu weten wat de bedoeling is van de dag”, zegt Van Troon tevreden, als we weer in de auto zitten.

Onderweg stoppen we nog even bij een telewinkel omdat hij een mobiele telefoon wil aanschaffen. Aangezien hij in 2001 door Prins Bernhard is gedecoreerd in de Orde van de Gouden Ark, raden wij hem Orange aan. Hij maakt ook meteen kennis met Hollandse oplichterij. Voor die tien euro ‘beltegoed’ moet je zoveel doen en opsturen, dat hij dan inmiddels alweer in Paramaribo zal zijn.




Frits van Troon naast een ton van de actie 'Een Ton voor Tonka', waarin vrijdag enveloppen met toegezegde donaties ingegooid kunnen worden. Met het geld zal een Saramaccaans etno-botanisch kenniscentrum worden opgezet op zijn Tonka Eiland in het stuwmeer. Vooral studenten en personen uit Suriname zullen er cursussen en opleidingen kunnen volgen. Kijk voor de actie op www.tonkaeiland.nl

Dag 3: "O, Bent U Meneer Van Troon!"

woensdag 21 maart 2007

dag 1: “Ze hebben bijna mijn plezier verpest”


AMSTERDAM – Het is niet het soort ontvangstcomité dat hij had verwacht als 'eregast' en internationaal vermaarde boomkenner. De best wel potige 70-jarige Frits van Troon is woensdagochtend voor even als een timide jongen. Had hij op dat moment de mogelijkheid direct weer op het vliegtuig richting Paramaribo te stappen, dan zou hij de Nederlandse première - op vrijdag 23 maart - van zijn documentaire ‘Zonder Plant Ga Je Niet Leven’ laten voor wat het is. “Ze hebben bijna mijn plezier verpest”, zegt hij over de honderd-procentcontrole op Schiphol.

Dat de Saramaccaan als internationaal befaamde veldbotanicus in 2001 door Prins Bernhard persoonlijk is gedecoreerd met de ‘Orde van de Gouden Ark’, zei de Koninklijke Marechaussee niets. Het simpele feit dat hij zijn logeeradres niet uit het hoofd kende, maakte hem een potentiële bolletjesslikker. Al zijn andere adressen en telefoonnummers werden als mogelijk drugsnetwerk van hem afgenomen en niet teruggeven. “Ik kan niemand van mijn mensen bellen. Ik moet even kijken of ze niet ook mijn geld hebben afgenomen”, zegt hij in een moment van vertwijfeling. Hij is weliswaar lichamelijk niet inwendig ‘gevisiteerd’. Maar toch. De sfeer van: ‘je bent een crimineel tot het tegendeel bewezen is’, ervaart hij als vernederend genoeg. Met een kop koffie en een jus d’orange wordt Van Troon weer opgepept door zijn gastheer Hans Arends en gastvrouw Fenny Vlietstra van IDS Documentaries.





Ook Eddy Wijngaarde was op Schiphol. Hij is een van de motoren achter stichting The Backlot die jaarlijks de organisatie van IDFA flies T(r)opics verzorgt. Op deze documentairefestival beleefde 'Zonder Plant Ga Je Niet Leven' in december in Paramaribo zijn wereldpremière. Wijngaarde wachtte op een delegatie van het Surinaamse jeugdjournaal '10 Minuten', die op doorreis is naar Johannesburg, Zuid-Afrika.

’s Avonds, in de rustieke Amsterdamse Concertgebouwbuurt, is Van Troon weer helemaal de oude als hij het goede nieuws krijgt dat een lang gekoesterde droom in vervulling gaat. Aan de première van ‘Zonder Plant Kan Je Niet Leven’ wordt de actie ‘Een Ton voor Tonka’ gekoppeld. Aan euro’s wel te verstaan. Hiermee moet een Saramaccaans etno-botanisch kenniscentrum worden opgezet op zijn Tonka Eiland in het Van Blommenstein-stuwmeer. Vooral studenten en personen uit Suriname zullen er cursussen en opleidingen kunnen volgen. “Ik ben blij”, klinkt Van Troon weer opgekrikt. “Het project is mijn baby. Als het geen voedsel krijgt, dan ben ik verdrietig. Het is voor het eerst dat er een Saramaccaans etno-botanisch centrum komt. Ik vind het een grote eer.”




Uiteraard ontbrak de de drugshond niet binnen het koninklijke comité van ontvangst. Maar zoals meestal viel er helemaal niets te snuffelen. Maar Surinamers moeten vooral weten dat ze verdacht zijn; hoe internationaal vermaard ze ook zijn.


Regisseur Arends verwacht een volle zaal tijdens de Nederlandse première van de documentaire in het Koninklijke Instituut voor de Tropen (KIT). “Omdat de toegang gratis is, hebben we daar niet geheel zicht op”, zegt hij. “Maar er is erg veel interesse voor het onderwerp. Daarom ondernemen we geen acties meer om nog meer mensen aan te trekken. ”

De uitnodigingen zijn voornamelijk verzonden aan de Surinaamse gemeenschap in Nederland en aan Nederlandse instituten die zich bezighouden met natuur en natuurbehoud. Er worden meer dan 400 gasten verwacht. En die moeten het startsein geven aan de actie ‘Een ton voor Tonka’. Ook het bedrijfsleven zal worden geïnteresseerd. Arends: “Suralco heeft in Suriname al de spits afgebeten met het opzetten van het gebouw van het kenniscentrum op Tonka Eiland.

Lees ook:

* 3: dag: "O, Bent U Meneer Van Troon!"
* Zonder Plant Ga Je niet leven
* Boomkenner behandeld als potentiële bolletjesslikker